woensdag 20 januari 2010

Moestuin

In de tuin van ons oude huis had ik een hoekje met wat kruidenplanten. Sommigen deden het erg goed, anderen wat minder: de munt zaaide zich steeds weer uit en ik had een gigantische pol citroenmelisse (wat moet een mens met zoveel citroenmelisse?), maar het is me nooit echt gelukt om dille langer dan een paar weken in leven te houden, laat staan basilicum. De aalbessenstruik die er ook stond, begon pas vorig jaar echt vrucht te dragen, maar toen kwamen er dan ook kilo's bessen van af. Ik besloot deze activiteiten uit te breiden met het kweken van groente en begon voorzichtig met wat rucola en kerstomaten. De rucola in een balkonbak deed het erg goed, maar de kerstomatenoogst viel met vijf stuks een beetje tegen. Desalniettemin smaakten deze experimenten (letterlijk) naar meer. In nieuwe tuin was dan ook een stuk grond gepland voor een echte moestuin. Veel tijd hebben we helaas niet, dus het mocht allemaal niet te bewerkelijk worden. Een onmogelijke eis?

Eerst maar eens op onderzoek uit: hoe leg je zo'n moestuin aan en wat moet er allemaal in? Enthousiast leende ik boeken uit de bieb en speurde ik het internet af. Ik las over makkelijke en moeilijke planten, wisselteelt en composteren. Maarten 't Hart gaf in zijn boek 'De groene overmacht' hoog op over de Nieuwzeelandse spinazie: makkelijk te telen en heerlijk om te eten. Deze spinaziesoort kwam dus op mijn lijst met te kweken groente. Maar ja, diezelfde Maarten 't Hart klaagde dat het toch wel erg veel werk was en dat de opbrengst van zijn tuin vaak ook niet om over naar huis te schrijven was. Jamie Oliver was in zijn boek 'Thuis bij Jamie' zo juichend enthousiast over zijn tuintje dat dat me weer verdacht voorkwam.

Al googlend kwam ik op de site 'De makkelijke moestuin' terecht. Hier vertelt Jelle (15) hoe hij op een eenvoudige manier zijn eigen groente en fruit kweekt. Zijn ideeën zijn gebaseerd op het principe van 'Square foot gardening', bedacht door Mel Bartholomew. Het komt er op neer dat je een bak maakt van 1,20 bij 1,20 en die onderverdeelt in vakken van 30 bij 30 centimeter. In de bak komt een mengsel van turfmolm, vermiculiet en compost. In die vakken zaai of plant je de gewenste groenten. Wat mij het meeste aansprak is dat zo'n bak veel minder bewerkelijk is dan een traditionele moestuin. In de vakjes van 30 bij 30 cm. passen maar een paar plantjes, dus het verzorgen van de tuin kost minder tijd en moeite dan de rijen planten in een gewone moestuin. Als de groenten geoogst zijn, kun je het vak weer voor een ander gewas gebruiken. Met een goede planning kun je de vakken optimaal gebruiken en heb je bijvoorbeeld nooit het probleem dat er 30 slakroppen op hetzelfde moment oogstrijp zijn.

Voorlopig wil ik starten met vier grote bakken van 1,20 bij 1,20 en twee kleinere bakken van 90 bij 90 centimeter voor de kinderen. Stap één is het bijelkaar zoeken van alle materialen. Ik hoop binnen een paar weken te kunnen bloggen over deze stap.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten